Door de ingewikkelde berekening van de bijtelling voor het privégebruik was de ‘fiets van de zaak’ de afgelopen jaren geen aantrekkelijke optie voor werknemers. Het kabinet versimpelt de fiscale fietsregeling echter per 1 januari 2020. Hieronder twaalf weetjes die de nieuwe regeling uitleggen.
1. Bijtelling zoals bij een auto van de zaak
Het kabinet vindt dat fietsen naar het werk goed is voor het milieu. Met de nieuwe regels wordt het een stuk aantrekkelijker gemaakt om een fiets van de zaak te gebruiken. De bijtelling voor een fiets van de zaak is straks gebaseerd op de methodiek zoals bij de bijtelling voor een auto van de zaak. Wel zijn de uitgangspunten anders. Het bijtellingspercentage voor een fiets van de zaak is vanaf 2020 7%. Ondernemers kunnen een fiets van de zaak voor zichzelf aanschaffen.
2. Geen lastige registratie en complexe rekenmethode
De maatregel is vooral in het leven geroepen om de regelgeving te vereenvoudigen. Wie nu over een fiets van de zaak beschikt, moet namelijk belasting betalen over het privégebruik. Dit is lastig te registreren en de rekenmethode is complex.
3. Zo werkt de bijtelling
Alleen werknemers die een fiets ter beschikking krijgen van de werkgever krijgen te maken met bijtelling. Behalve voor het woon-werkverkeer mag de werknemer de fiets uiteraard ook voor privé-fietsritten gebruiken. LET OP: ook wanneer een werknemer de fiets van de zaak alleen gebruikt voor het reizen van en naar het werk, is de bijtellingsregeling van toepassing!
De regeling houdt in dat werknemers jaarlijks 7% van de door de fabrikant vastgestelde consumentenadviesprijs van de fiets bij hun inkomen moeten bijtellen. Goed om te weten is wel dat een werknemer met een fiets van de zaak niet meer in aanmerking komt voor de belastingvrije reiskostenvergoeding.
4. Voor welke fietsen geldt de regeling?
De regeling geldt voor alle soorten fietsen, dus ook e-bikes en speed pedelecs!
5. Bijtelling niet voor accessoires, wel voor accu-upgrade
Accessoires die door de werkgever bij de fiets ter beschikking worden gesteld – zoals regenpakken en fietstassen – vormen in principe gewoon loon, waarover loonbelasting moet worden afgedragen. Maken de accessoires onderdeel uit van de fiets, dan behoren ze tot de consumentenadviesprijs van de fiets. Denk dan bijvoorbeeld aan de upgrade van een accu bij een elektrische fiets. Onderhoudsbeurten en servicepakketten spelen voor de bijtelling geen rol, dat zijn bijkomende kosten voor de werkgever.
6. Controle van het gebruik van een fiets van de zaak
De complexiteit van het al dan niet privégebruik was juist het probleem. Door de nieuwe regels is de verwachting dat de controle bij het beschikking stellen van een fiets vanaf 2020 minder wordt.
7. Werknemer wordt geen eigenaar
Bij een fiets van de zaak die beschikbaar wordt gesteld door de werkgever, blijft de fiets eigendom van de werkgever.
8. Einde dienstverband; fiets moet terug
Treedt een werknemer uit dienst? Dan moet hij of zij de fiets van de zaak teruggeven. Tenzij de werkgever en werknemer een overnamebedrag voor de fiets hebben afgesproken. Dit bedrag moet tenminste de waarde zijn die de fiets in het economisch verkeer heeft ten tijde van de overname. Het overnamebedrag vormt een loonbestanddeel. Ook hier kan de werkgever er voor kiezen om dit bestanddeel in de eindheffingsregeling op te nemen en de daarmee bijkomende belastingen voor eigen rekening nemen.
9. Fiets kan naast de auto van de zaak
Zowel een auto als een fiets van de zaak mogen naast elkaar worden gebruikt. Op die manier moet het bijvoorbeeld voor een werknemer interessanter worden om een aantal dagen per week de fiets naar het werk te pakken.
10. Fiets van de zaak naast privé-auto
Rijdt iemand in een privéauto naar het werk? Dan mag hij voor de dagen die hij met de auto naar de zaak komt, nog steeds de zakelijke kilometervergoeding à 0,19 cent per kilometer berekenen.
11. Werknemer kan een eigen bijdrage voor gebruik van de fiets betalen
Betaalt de werknemer een eigen bijdrage, dan wordt de bruto bijtelling van 7% verminderd met de nettobijdrage van de werknemer. Het resultaat kan nooit minder dan 0 euro zijn.
12. Fiets van de zaak en btw-teruggave
Bij de teruggave van de btw geldt nog steeds het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA). Concreet betekent dit dat de btw bij de aanschaf van een fiets vooraf bij de werkgever afgetrokken mag worden, maar slechts tot het btw-bedrag van de aanschafwaarde van de fiets van 749 euro inclusief btw.
Bron: Tweewieler.nl